
In de Baroktijd waren er telkens weer componisten die de in wezen hoofse barokmuziek zo nu en dan aan de kant zetten en met behulp van uit de volksmuziek afkomstige ritmes en patronen hun fantasie de vrije loop lieten. Antonio Vivaldi is natuurlijk het bekendste voorbeeld hiervan. Maar in de zeventiende eeuw was het eigenlijk nog veel gebruikelijker. In de jigs, airs en hornpipes van Purcell zit ontegenzeggelijk heel veel “folk”, in de dansen van Merula en Falconieri horen we de opzwepende ritmes van de Italiaanse straat, terwijl Schmelzer en Biber Poolse doedelzakspelers en zigeunerviolisten laten opdraven. Veel van deze muziek staat natuurlijk dicht bij improvisatie, en de spelers van Combattimento hebben dit element dan ook volop geïntegreerd in dit swingende programma!
Programma
Tarquinio Merula Ciaccona in C (inclusief improvisaties)
c.1594-1665
Georg Philipp Telemann Sonata Polonese TWV 42:a8
1681-1767 Andante – Allegro – Dolce – Allegro
Andrea Falconieri Folia – Il Capriccio bisbetico –
1585-1656 Ciacona – Bataglia de Baraboso
Combattimento Passacaglia (incl. improvisaties)
Uit: Uitnemend Kabinet Dansen
Johann Heinrich Schmelzer Polnische Sackpfeifen
c.1622-1680
Heinrich Biber Sonata Jucunda
1644-1704
Henry Purcell Suite uit “Abdelezar” Z 570
1659-1695 Ouverture – Rondeau – Air – Menuet – Jig - Hornpipe
Antonio Vivaldi Concerto in G-groot, RV 151 “Alla rustica”
1678-1741 Presto – Adagio – Allegro