LEIPZIG NAAR DRESDEN
Johann Sebastian Bach had al vroeg contacten in de muziekstad Dresden, en die banden werden vanaf 1733 nog nauwer nadat zijn oudste zoon Wilhelm Friedemann daar organist werd. Hoewel de stad vooral bekend stond om zijn opera’s, kerkmuziek, en groots bezette concertos, werd er toch ook kamermuziek gemaakt. Telemann’s prachtige, late strijkersconcert in Es bleef in een copie van de Dresdense concertmeester Pisendel bewaard. Net zoals Telemann was Johann Friedrich Fasch zijn carriere in Leipzig begonnen; zijn canonische sonate, eveneens te vinden in een Dresdens handschrift, is een ingenieus werk dat zeker de bewondering van Bach heeft weggedragen. Een andere triosonate die in Dresden is bewaard bleef stamt van de Stuttgarter hofkapelmeester Brescianello. Nog obscuurder is de bijna-naamgenoot van onze eerste violist: Johann Friedrich Schreyfogel, die een aantal opmerkelijke concerti en vioolsonates heeft nagelaten. Het wonderkind Johann Gottlieb Goldberg – die zijn naam verleende aan Bachs beroemde clavecimbelvariaties uit 1741 – was een leerling van zowel Friedemann te Dresden als vader Bach te Leipzig; zijn vierstemmige Sonate in c-klein is een tour de force van contrapunt, dramatiek en virtuositeit voor alle strijkers. Hij had het niet van een vreemde: de twee fuga’s met inleiding die van Friedemann Bach klinken laten horen dat hij op dit gebied niet onderdoet voor zijn vader.
Georg Philipp Telemann (1681-1767)
Concert à 4 in Es (TWV 43:Es1), voor 2 violen, altviool en continuo
Giuseppe Antonio Brescianello (c.1690-1758)
Triosonate in b, voor 2 violen, altviool en continuo
Wilhelm Friedemann Bach (1710-1784)
Praeludium & Fuge in c, Fk 29/32, voor clavecimbel
Johann Friedrich Schreyfogel (?-?)
Concerto in d, voor viool, strijkers en continuo
—-
Wilhelm Friedemann Bach (1710-1784)
Adagio & Fuga in d, (Fk 65), voor 2 violen, altviool en continuo
Johann Friedrich Fasch (1688-1758)
Canonische Sonate in D, voor viool, altviool en continuo
Johann Gottlieb Goldberg (1727-1756)
Praeludium in C & Sonate in c, voor 2 violen, altviool en continuo
Cynthia Freivogel & Quirine van Hoek, viool – Marjolein Dispa, altviool – Diederik van Dijk, cello – Pieter Dirksen, clavecimbel