De grote Thomascantor van Leipzig, Johann Sebastian Bach, had altijd grote belangstelling voor vooruitstrevende muziekcentra. Aanvankelijk was dit vooral Dresden, waar hij regelmatig als orgel- en clavecimbelvirtuoos optrad en De grote Thomascantor van Leipzig, Johann Sebastian Bach, had altijd grote belangstelling voor vooruitstrevende muziekcentra. Aanvankelijk was dit vooral Dresden, waar hij regelmatig als orgel- en clavecimbelvirtuoos optrad en in 1733 zijn oudste zoon Friedemann als organist wist neer te zetten. Maar vanaf 1739, toen zijn tweede zoon Carl clavecinist werd van Frederik II, verschoof de aandacht naar Berlijn. De melomane Frederik werd in 1740 Koning van Pruisen en maakte Berlijn in no-time tot een vooraanstaand muziekcentrum. Vader Bach bezocht Berlijn twee keer (in 1741 en 1747) en leerde daar de nieuwste galante muziek kennen: die van Emanuel natuurlijk, maar ook van andere leden van de hofkapel zoals tweede clavecinist Christoph Nichelmann (een Thomas-school alumnus en een leerling van Friedemann) en contrabassist Johann Gottlieb Janitsch – de laatste een bijzonder begenadigd componist van met name verfijnde kamermuziek. Friedemann zou de laatste tien jaar van zijn leven in Berlijn doorbrengen. In dit bijzonder gevarieerde, aantrekkelijke programma zijn alle stukken in een ander genre: ouverture, sinfonia, trio, concerto, kwartet en fantasie!
Cynthia Freivogel & Quirine van Hoek – viool, Marjolein Dispa – altviool, Diederik van Dijk – cello, Pieter Dirksen – clavecimbel
Christoph Nichelmann Sinfonia in F-groot, voor 2 violen, altviool en bc
1717-1762 Allegro – Andante – Presto
Johann Gottlieb Janitsch Trio in g-klein, voor viool, altviool en continuo
1708-1763 Adagio – Allegretto – Allegro assai
Carl Philipp Emanuel Bach Concert in a-klein (Wq 1), voor clavecimbel en strijkers
1714-1788 Allegretto – Andante – Allegro ma non tanto
—–
Joh. Christoph Friedrich Bach Quator II in Bes-groot, voor 2 violen, altviool, en cello
1732-1795 Allegro moderato – Andante – Menuet & Trio
Wilhelm Friedemann Bach Fantasia in e-klein (Fk 20), voor viool en clavecimbel
1710-1784 (bewerking: P. Dirksen)
Johann Sebastian Bach Suite in a-klein (BWV 1067a, voor 2 violen, altviool en bc
1685-1750 (reconstructie: P. Dirksen)
Ouverture – Rondeau – Bourree I-II – Sarabande – Polonaise – Menuet